DESTIJDS DRIE STATIONSGEBOUWEN TE AMERSFOORT
(Uit het AD d.d. 12 december 2019, door Jeroen de Valk)
In een grijs verleden had Amersfoort net als nu drie stations. Eén gebouw ervan mocht blijven na de opheffing van de halte: het station aan het Smallepad, dat als monument wordt gekoesterd. De andere twee zijn spoorloos verdwenen: Amersfoort-Staat en Amersfoort-Vlasakkers.
In en rond Amersfoort waren ooit twee spoorwegmaatschappijen actief: de Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (NCS) en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM, ook wel: HSM). De NCS ontsloot Amersfoort vanaf 1863 voor treinreizigers met een route van Utrecht, via de Keistad, naar de gemeente Hattem, bij Zwolle. Het station dat hiertoe werd gebouwd, kreeg evenals de halte de naam Amersfoort NCS. Dit was het station aan het Smallepad.
Kesteren
In 1874 legde de HSM een route aan van Amsterdam naar Amersfoort. Het traject werd al spoedig verlengd, uiteindelijk tot het dorp Kesteren. Een restant hiervan is nog steeds aanwezig als het 'Pon-lijntje'. Hier rijden nog elke werkdag autotreinen vanuit Duitsland naar importeur Pon. De rest van de lijn bestaat niet meer.
Amersfoort-Staat Theepaviljoen Beatrix aan de Vlasakkers
Tekst achterop de foto links
Cornelis van Es was eigenaar vanaf 1938
Het Amersfoortse station van de HSM heette Amersfoort-Staat en lag 300 meter verderop, op de huidige hoek van de Utrechtseweg en de Kersenbaan. Het werd opgeleverd in 1886, toen steeds meer steden via deze lijn bereikbaar werden.
De twee foto's die van dit station bewaard zijn gebleven, tonen een kloek pand. Op beide foto's poseert geduldig het personeel: zo'n tien veelal besnorde mannen, gewichtig in uniform. Verder nog enkele schuchter opgestelde, bijna onzichtbare vrouwen en wat knaapjes die er kennelijk ook werkzaam waren.
De mannen in witte ijscoverkoperjassen werkten wellicht in de restauratie. Het is een rustig, landelijk tafereel; dit was destijds het buitengebied van Amersfoort. Opvallend is een bordje met 'Wachtkamer 1 ste & 2 de Kl'. Misschien moest wie derde klas reed, maar buiten wachten.
Wat deed al dat treinpersoneel? Kaartjes verkopen. Het met een drafje één voor één dichtgooien van al die deuren, die nog niet mechanisch gesloten werden. Het daarbij in sneltreinvaart omroepen van de komende haltes. Het omzetten van wissels, wat ook handmatig gebeurde. Het aankondigen van het vertrek met een spiegeleibord en een fluitje. Het bedienen van de spoorbomen. Het aanvoeren van kolen.
Maar vast ook: assisteren met de bagage. De koffers - en andere goederen - moesten niet alleen worden in- en uitgeladen. Er waren geregeld mensen die verder wilden reizen vanaf het station aan het Smallepad. Voor hen pendelde een busje heen en weer tussen Amersfoort NCS en Amersfoort-Staat.
De twee stations en al dit gependel werden overbodig toen de HSM en de NCS besloten de handen ineen te slaan. Er kwam één Amersfoorts station. Deze creatie van architect Dirk Mardagant werd opgeleverd in 1901. Het werd in 1997 op dezelfde locatie door nieuwbouw vervangen.
Het oude station aan het Smallepad is blijven staan.
Maar er was ook nog het station Amersfoort-Vlasakkers. Dat was weinig meer dan een perronoverkapping en een uitspanning, vlakbij de spoorwegovergang tussen de huidige Barchmann Wuytierslaan en waar sinds 1948 DierenPark Amersfoort is te vinden. Dit stationnetje was voorzien van een geliefde uitspanning: Klein Heidelberg. Het restaurant was speels vormgegeven, met grote biertonnen van de Phoenix Brouwerij.
Amersfoort-Vlasakkers - in de wandeling: 'Vlas' - lag aan een lijn van de NCS en heeft bestaan van 1895 tot 1938. Daarna stopten de treinen hier alleen nog bij speciale gelegenheden, waaronder een zomerfeest van de CPN in 1947. Er kwamen 90.000 (volgens het partijorgaan De Waarheid) dan wel 30.000 mensen (volgens een bericht van de organisatie aan de gemeente) op af.
Idyllisch
Waarom bleef Amersfoort-Vlasakkers nog geopend na de oplevering van het centrale station? Het was wat verder gelegen - een kleine twee kilometer - en voor menigeen een aantrekkelijke halte. Vlakbij deze plek bestond ooit Elisabethdorp, een nederzetting voor de gezinnen van Belgische militairen gedurende de Eerste Wereldoorlog.
Voorts kon er worden genoten van een nieuw fenomeen in de betere kringen: vrije tijd. Zij vonden hier een idyllisch bosgebied. Op enkele van de spaarzame foto's zijn jolige jongemannen te zien met strohoedjes tegen de zon. Militairen waren natuurlijk ook van de partij in het garnizoensstadje. Al werd de Bernhardkazerne pas eind jaren 30 gebouwd.
Beelden van het station aan het Smallepad
Maak jouw eigen website met JouwWeb